Rembrandt 350 jaar: drieluik over een eigenwijs genie
Dit jaar is het 350 jaar geleden dat Rembrandt van Rijn overleed. Veel Nederlandse musea grijpen deze gelegenheid aan om de schilder en zijn oeuvre voor het voetlicht te brengen en kunstwerken uit hun collectie te tonen die slechts zelden te zien zijn. In dit Rembrandtjaar organiseert de nieuwe bibliotheek in samenwerking met Bureau Boeiend een collegereeks over de grote meester. Krzysztof Dobrowolski-Onclin vertelt over de vroege Rembrandt, de succesvolle schilder en de late meester. Van hoe dit eigenwijze genie startte als schilder, hoe de Nachtwacht ontstond, tot zijn status als beroemdheid. Het passeert allemaal de revue. De lezingen vinden plaats op woensdag 25 september, 2 en 9 oktober om 20.00 uur in de nieuwe zaal van bibliotheek Stad.
De vroege Rembrandt
In de eerste lezing staat de kunst in de vroege zeventiende eeuw centraal. Wat was gangbaar toen Rembrandt, geboren in 1606, voor het eerst een penseel vastpakte? Hoe zag zijn opleiding eruit? En hoe schilderden zijn leermeesters? We laten de verhalende schilderijen van Pieter Lastman zien, de man bij wie Rembrandt zes maanden lang in de leer is geweest. Ook getoond: de vroege schilderijen van Rembrandt, die veel kleurrijker zijn dan de schilderijen waar hij nu om herinnerd wordt.
Een succesvol schilder
Na zijn komst naar Amsterdam in 1631, werd Rembrandt een gevierde portretschilder. Veel (invloed)rijke opdrachtgevers lieten zich door hem afbeelden. Zijn populariteit had Rembrandt te danken aan zijn realistische stijl. Met andere woorden: zijn stukken oogden vaak niet geposeerd. Denk aan de ‘Nachtwacht’, die eigenlijk een heel levendig groepsportret is. In de tweede lezing hoor je meer over de ontstaansgeschiedenis van de Nachtwacht. Ook kun je dit schilderij vergelijken met de groepsportretten die ernaast kwamen te hangen. Daarnaast belichten we onder meer de portretten van Jan Six, Marten Soolmans en Oopjen Coppit.
De late meester
Terwijl de meeste schilders in de Republiek, onder wie menig leerling van Rembrandt, hun stijl aanpasten aan de heersende verfijnde mode, ging Rembrandt daar juist tegen te keer. Zijn penseelstreek werd grover, hij bracht de verf dikker aan en liet details achterwege. Hij liep daardoor weliswaar lucratieve opdrachten mis, maar dat hij miskend en arm zou zijn, is een fabeltje. Vanuit het verre buitenland kwamen opdrachten voor Rembrandts stukken en hij kreeg de status van een beroemdheid, zowel toen als nu. Wie kent niet ‘De staalmeesters’ en ‘Het Joodse bruidje’, die in deze periode ontstaan? In de derde en laatste lezing wordt duidelijk hoe het genie Rembrandt uiteindelijk uitgroeide tot de grote meester.
Op woensdag 25 september, 2 en 9 oktober
20.00 uur de nieuwe zaal
€ 22,50 voor leden, € 25,- voor niet-leden
De lezingen duren ongeveer anderhalf uur en bevatten een korte pauze.